De EU-instellingen

De EU-instellingen

In de vijftig jaar van het bestaan heeft de EU het inclusieve denken in zijn instellingen geïnstitutionaliseerd.


1. De Raad van de Europese Unie

In deze Raad wordt de besluitvorming van het inclusieve denken bij uitstek gepraktiseerd. De regeringen van alle lidstaten zijn in deze raad door een minister vertegenwoordigd. Afhankelijk van het onderwerp wisselt de samenstelling van de ministers. Zo wordt er op basis van consensus besluiten genomen over o.a. landbouw, financiën, algemene zaken, economische zaken, werkgelegenheid en sociaal beleid. Het is het belangrijkste besluitvormend orgaan van Europa. Om het halfjaar rouleert het voorzitterschap van de Raad. Feitelijk vertegenwoordigt de voorzitter op dat moment de EU naar de regeringen en instellingen buiten Europa.


In de Europese grondwet zou deze Raad de consensusprocedure inruilen voor een slagvaardiger besluitvorming. In het EU van de 25 zou deze besluitvorming met het recht op veto te veel tijd in beslag nemen en het verwijt van de trage en stroperige besluitvorming vergroten. De verworven Europese rijkdom en waarden zijn al geconcretiseerd in de acquis communautaire. De toegetreden landen hebben die al geaccepteerd. Een besluit met een drie kwart meerderheid is ook in de geest van het inclusieve denken.


2. Europees Parlement

Het Europese Parlement keurt samen met de Raad (van de ministers) van de Europese Unie de Europese wetgeving goed. Alle lidstaten zijn in het parlement vertegenwoordigd. Europese wetgeving behartigt de belangen van de burgers van alle lidstaten. De parlementariërs van alle EU-landen verzorgen de besluitvorming en dragen daardoor bij aan het inclusieve denken.


3. Europese Commissie

Elke lidstaat levert één lid, een commissaris, voor de Europese Commissie. De commissie is het dagelijkse bestuur van de EU.

De keuze van de leden is ook weer thema van onderhandelen met de lidstaten. Uiteindelijk moet de Europese Commissie groen licht krijgen van het Europese Parlement. De eerste Commissie van Barosso werd door het parlement weggestemd, omdat Buttiglione niet geacht werd breed de belangen van Europese burgers te kunnen behartigen. De tweede samenstelling van de Commissie zonder  Buttiglione kreeg de goedkeuring van het Europese Parlement. Ook de totstandkoming van de Europese Commissie is onderworpen aan het inclusieve denken.


4. De andere Europese instellingen

Ook de andere Europese Instellingen, zoals het Europese Hof van Justitie, de Europese Rekenkamer, de Europese Raad, de Europese Centrale Bank, de Europese Investeringsbank, Europol en Eurojust zijn allemaal ingesteld om voor alle lidstaten op een gelijke wijze de belangen van de EU-burger en de EU-waarden te behartigen. Zo bewaken de EU-instellingen de uitvoering, de handhaving en het voortbestaan van het inclusieve denken.